We begonnen en eindigden de les liggend op de grond. We probeerden ons bewust wordend van ons lichaam en ademhalend. Langzaam ontvouwden we ons in meer complexere en vollere bewegingen, van de vloer tot staand. We analyseerden hoe het is om je te bewegen en om je met anderen te verbinden. Kinderen gebruikten verschillende delen van hun lichaam om het punt te vinden (uit balans) waar twee lichamen elkaar nodig hebben om te blijven staan en elkaar te ondersteunen (het voorbeeld van de romeinse brug). Dit vergde veel vertrouwen en jezelf laten gaan. Veel creatieve momenten en improvisatie die uitgroeide in meer vrije expressie.