Kinderen kozen uit verschillende dierenplaatjes: konijn, olifant, paard, schildpad, krokodil, beer of vogels. We begonnen ze te tekenen met houtskool om zo hun vorm en belangrijkste eigenschappen te observeren. De schetsen moesten spontaan zijn en niet te geraffineerd. Daarna maakten we 3D dieren van klei: terwijl we verhoudingen overnamen, hoe ze stonden, de structuur van hun huid of vacht… werd onze klei een soort levende materie. We werden opgenomen in een speelse wereld waar we uitzochten wat voor leven deze dieren zouden hebben, wat ze zouden eten, waar ze zouden slapen, etc.